Onze webcam

Cul-de-sac Cam

vrijdag, oktober 22, 2004

Rick was vandaag vrij van zijn werk, omdat hij het afgelopen weekend op reis was. Ondanks dat het nog steeds een vrij sombere weersvoorspelling was besloten we het er toch op te wagen naar Skyline Drive in het Shenandoah National Park te rijden.

Om kwart voor negen waren alle kinderen naar school en reden we het stedelijk gebied rond Washington DC uit naar het westen. De meest noordelijke ingang van het park en degene, die het dichtst bij ons is, ligt in Front Royal, een leuk oud stadje aan de voet van de Blue Ridge bergen. De Shenandoah rivier (wat ik een prachtige naam vind, die "dochter van de hemels" betekent) loopt er dwars doorheen.

Onderweg zagen we de bladeren al steeds meer kleuren, bij ons is er nog veel groen, maar meer naar het westen niet meer. Bij de ingang van het park aangekomen werden we gewaarschuwd, dat er zware mist was in de hogere gedeeltes van Skyline Drive en dat er tot 100 mijl naar het zuiden erg slecht zicht was.

We hebben een National Parks pas, dus hoefden er niet over na te denken: we gingen toch. Bij het Visitor's Center van Dickey Ridge (wat al helemaal in de soep lag) stopten we voor een pitstop en zaten we even bij het lekker warme haardvuur, dat er brandde. In het boekenwinkeltje kochten we een boekje met korte wandelingen in het park, want we wilden in ieder geval een wandeling maken.

Gelukkig bleek de mist net na het visitor's center bij een paar uitkijkplekken opeens een stuk minder, zodat we over de Shenandoah vallei konden uitzien. Maar daarna werd het zo erg, dat je echt maar een paar meter vooruit kon zien.

Ik wilde heel graag een keer op het beroemde Appalachian Trail lopen, het voetpad, dat helemaal van Georgia naar Maine gaat en wat zo'n 150 mensen per jaar helemaal trekken!

Toen we bij de eerste in het boekje aangeraden wandeling aankwamen lag dat pad zo in de mist en was het zo koud en miezerig, dat we geen van beiden zin hadden verder te lopen.

Dus zijn we maar doorgereden, gelukkig was er meer dan een wandeling, die ook op het Appalachian Trail zou gaan.

Ondanks de mist was de natuur prachtig met alle gekleurde bomen, het geheel had iets mysterieus. En ik hoopte telkens maar, dat we dit keer een beer zouden zien, tenslotte was het erg rustig. Maar ook dit keer werd mijn wens niet vervuld.

Het aangegeven pad voor de tweede wandeling konden we helemaal niet vinden, dus drie keer moest maar scheepsrecht zijn en bij mijlpaal 28,5 stopten we bij Beahms Gap, om daar een korte wandeling door een heel nat bos te maken. Deze wandeling gaf een heel goed beeld van hoe het zou zijn langs het Appalachian Trail te trekken. Het lijkt me heel bijzonder om daar een keer een echte trektocht langs te maken. Natuurlijk niet de hele weg, maar een dagtocht lijkt me fantastisch!

Een paar mijl verderop verlieten we na zo'n 30 mijl het park, Skyline Drive gaat nog mijlen verder naar het zuiden, maar daar hadden we vandaag geen tijd voor.

Het begon zo langzamerhand lunchtijd te worden en we waren vlakbij Washington, Virginia, waar de heel bekende Inn at Little Washington ligt. Helaas vonden we na een snel telefoontje uit, dat ze enkel avondeten serveren, dus visten we naast het net.

Toch waren we na alle prijzende recensies erg nieuwsgierig geworden naar deze inn. Dus reden we van de hoofdweg af Washington in. Het bleek een schattig oud plaatsje met een aantal bed and breakfasts, een leuk kerkje en dan natuurlijk de vijf sterren (Mobil) en vijf diamanten (AAA) Inn, die er inderdaad van buiten imposant en luxe uitziet. Het is een flink uur rijden bij ons vandaan, dus misschien moeten we er maar eens een nachtje boeken!

Voor de lunch wisten we een leuke Engelse pub in Upperville, een half uurtje rijden verderop. Tenminste, zo rekenden we naar de kaart kijkend. We hadden er echter niet op gerekend op onverharde, zeer nauwe weggetjes terecht te komen.

De rit was wel heel mooi, glooiend, lieflijk landschap, langs boerderijen met Angus stieren, wijngaarden en in de verte de mistige bergen vol herfstkleuren. Helaas kreeg ik Rick niet zover vaak te stoppen voor foto's, die voelde zijn maag te veel rommelen.

Na nog een extra half uurtje gehobbeld te hebben kwamen we eindelijk op de hoofdweg naar Upperville aan, we waren nu in wat ze noemen "Hunt Country" aangeland, hier worden nog ouderwetse jachten gehouden en zijn paarden het belangrijkste dier. Daar stond een bord te knipperen, dat er verkeer zou zijn vanwege een "event" dit weekend. Wat dat "event" was zagen we al gauw, langs de weg in de velden reden allemaal postkoetsen met mensen in officiele kledij erop. Een prachtig gezicht!

Even later parkeerden we bij het Hunter's Head restaurant, gehuisd in een oud huis, waar het menu helemaal is gebaseerd op dat van een Engelse pub.

Rick bestelde de Shepherd's Pie (had ik ook moeten doen!) en ik de Beef Stew. De laatste was wel lekker, maar veel te veel rundvlees voor mijn smaak. Er hangt een erg gezellige sfeer in het restaurant en de bediening is prima, dus we gingen na een uurtje tevreden weer op weg.

Via de oude stadjes Middleburg en Aldie reden we weer huiswaarts.

Vlak na Middleburg bezochten we de Chrysalis wijngaard. Dit is een grote wijngaard, die beroemd is om zijn "Norton" druif, die alleen in Virginia groeit. Ik proefde een aantal van hun wijnen, Rick wilde niet, omdat hij moest rijden. Met zes flessen, drie rode en drie witte, gingen we weer op pad

Bij Aldie kwamen we langs "The British Pantry", een winkeltje met allerlei Britse produkten en naar verluid een heerlijke Engelse thee 's middags. We namen een menu mee, want vandaag hadden we onze maaltijd al ruim achter de kiezen!

Ik heb van de dag genoten. Al zou ik nooit in de "country" willen wonen, ik voel me toch altijd helemaal vrolijk van al het moois dat daar te zien is. We hebben enorm geluk, we wonen in een staat die ontzettend veel varieteit te bieden heeft en zijn er nog lang niet uitgekeken!


Appalachian Trail


Een oude boerderij


Shenandoah Valley in de mist


Herfstige weg

De andere foto's staan hier.

0 reacties: