Onze webcam

Cul-de-sac Cam

maandag, juni 05, 2006

22 jaar Verenigde Staten, de eerste paar jaar

Vandaag 22 jaar geleden kwam ik voorgoed hier in de Verenigde Staten wonen. Een jaar, nadat mijn ouders, broers en zus hierheen verhuisd waren. Er zijn allerlei redenen, waarom ik een jaar later kwam, maar toen het dan eenmaal zo ver was, was ik ook zo blij! En ik heb nooit een moment spijt gehad.

Nu woon ik de helft van mijn leven in dit land en daarom een beknopt levensverhaal hier, de komende dagen.

Mijn leven hier heeft natuurlijk zijn uitdagende momenten gehad, maar als ik terugkijk zie ik een groot avontuur. Ten eerste mijn cursus bij de "Travelschool" in Tysons Corner (hij bestaat niet meer). Die duurde 16 weken, want ik moest gauw iets leren, dat me een baan zou bezorgen.

Daar ontmoette ik een groep heel diverse mensen, maar ook een hele leuke groep. Wat me nog goed bijstaat is mijn eerste verjaardag in de Verenigde Staten. Mijn "klas"genoten namen me mee uit voor een lunch bij TGIF (dat restaurant is er nog steeds) en er hingen ballonnen aan mijn stoel en de medewerkers van het restaurant zongen "Happy Birthday", iets wat ik als Nederlandse natuurlijk helemaal niet gewend was! En onze leraar, Steve, die ernstige leukemie had en nu waarschijnlijk niet meer leeft.

Met de bus reisde ik van het huis van mijn ouders, waar ik vanwege de restricties van mijn visum moest wonen, naar school. Dat ging goed en op tijd. Maar op een dag kwamen we vroeg uit school en het zou nog even duren voor de bus zou komen. In Nederland liep ik veel en het was warm weer, dus ik besloot tenminste naar de volgende bushalte te lopen. En toen de bus er nog niet was, liep ik verder, uiteindelijk vastbesloten helemaal naar huis te lopen.

Tot ik route 50 over moest steken. Nu is dat allemaal verbouwd en zijn er oneindig meer voetgangerslichten, dan 22 jaar geleden, toen kon ik die weg niet over! Er was geen licht en zes banen snel verkeer. Bij een benzinestation belde ik mijn moeder om te vragen of ze me op kon halen.

Na de cursus kreeg ik een baan als reisagente in het centrum van Washington. Het werken voor dit reisbureau was een openbaring op zich. De baas, Bill Huber, en zijn sidekick Lisa Miller kwamen uit Atlanta en hun bedrijfje was, wat ze hier noemen, een “sweatshop”. Regelmatig moest ik om 7 uur op mijn werk zijn en verliet ik pas, zonder lunchpauze, want dan kregen we pizza aan ons bureau, na negenen 's avonds mijn werk.

Inmiddels had ik ook mijn eigen auto, een 1976 Oldsmobile (het was inmiddels 1985) met een lekkende radiator (hij kostte $600, meer kon ik me niet veroorloven). Regelmatig stond ik stil en werd dan door allerlei "aardige" mannen geholpen, ik moet er niet aan denken, dat Katja als 23-jarige zo zal staan! Maar die Oldsmobile betekende mijn vrijheid, zo kon ik nog eens uitgaan na het werken en dat deden we met veel plezier. In een stad, waar toch heel wat moorden plaatsvinden, liep ik zonder angst midden in de nacht door de kleinste steegjes. Nu huiver ik bij de gedachte!

Soms kwam ik op maandagmorgen op mijn werk en dan waren (op zijn ergst) acht collega’s ontslagen. Bill was een enorm goede verkoper en had dus veel meer klanten, dan zijn tien reisagenten aankonden. Maar niemand, die durfde te klagen, want dan stond je onherroepelijk op straat.

En toch vond ik het werk erg leuk, het was een uitdaging om met al die mensen van over de hele VS te praten. Om zoveel mogelijk reizen op een dag te boeken en, competitie gericht als ik ben, altijd weer te zien, dat ik de meeste tickets had verkocht.

Als je een goede reisagente was, was Bill ook een heel goede baas. Dankzij hem heb ik een groot deel van de VS gratis kunnen bezoeken, vloog ik eerste klas met PanAm naar Nederland (maar hij kon ook de dag voor een vakantie besluiten, dat je te “nodig” was en die vakantie intrekken) en logeerde ik gratis in de meest luxueuze hotels.

Mijn visum was geldig tot ik 25 was en dan zou ik terug moeten. Geen fijne gedachte voor mij, maar ook niet voor Bill en Lisa, want ik was hun “prijs” reisagente. Zij boden dus aan mij te sponsoren voor een groene kaart. Hiervoor moest ik laten zien, dat ik een baan had, die geen andere Amerikaan kon doen. Natuurlijk werd mijn kennis van vreemde talen hiervoor gebruikt en alles werd goedgekeurd. Ze huurden zelfs een bevriende advocaat in om mij hierin bij te staan.

En toen begon het wachten, en wachten, en wachten! Twee en een half jaar na mijn aankomst in de VS ontmoette ik Rick. Opeens wilde ik niet meer dag en nacht werken en al zeker niet ieder weekend, zoals inmiddels het geval was (vanwege de groene kaart aanvraag dacht Bill, dat ik zijn persoonlijk eigendom was).

Al gauw verzuurde de relatie tussen mij en Lisa en Bill, want ik was hun marionet niet meer. Andere reisbureaus hadden mij inmiddels ook ontdekt en ik kreeg het ene aanbod na het andere. Maar Air Travel Service sponsorde mij voor een groene kaart en dus kon ik niet weg, helaas wisten Bill en Lisa dat maar al te goed!

Morgen meer...

0 reacties: