11 september 2001. De dag na mijn 40ste verjaardag. Het was prachtig weer, maar ik had iets verkeerds gegeten en bleef in bed. Rick zei zijn vroege afspraak bij het Pentagon af om de kinderen naar school te brengen (ik geloof sindsdien echt in een noodlot).
Ik doezelde nog wat na, tot Rick de kamer binnen kwam rennen en de tv aandeed en zei: “Do you want to see a towering inferno? A plane just flew into one of the World Trade Center buildings.”
Toen dachten we nog, dat het een ongeluk was, maar minuten later vloog voor onze ogen het tweede vliegtuig in de tweede toren. En terwijl ze daarover spraken, kwam een correspondent hier in Washington in het Pentagon, die zei, dat hij geen paniek wilde zaaien, maar dat hij dat gebouw had voelen schudden.
In schok bleven we tv kijken. Ik zal nooit het overweldigende paniek gevoel vergeten, toen alle vliegtuigen uit de lucht hadden moeten zijn en ik er nog een hoorde naderen. En de opluchting, toen bleek dat het vierde vliegtuig in Pennsylvania was neergestort. En de blik op het gezicht van president Bush toen hij van het tweede vliegtuig op de hoogte werd gesteld, terwijl hij aan het voorlezen was op een lagere school. Er zijn bepaalde momenten, die me altijd bij zullen blijven.
Mijn moeder was in alle staten, want ze kon mijn vader niet bereiken, alle mobiele telefoonlijnen waren overbelast en mijn vader vertelde later, dat ze door de politie als een kudde de Metro in werden geloodst, om de stad zo snel mogelijk leeg te maken. Hij kwam 4 uur later thuis, normaal is dat een rit van minder dan een uur.
Wij belden de scholen en er werd ons gezegd, dat het beter werd gevonden voor de kinderen om ze een normale schooldag te laten hebben. Dus lieten we ze op school. Later bleek, dat zoveel ouders hun kinderen toch waren gaan ophalen, dat vooral de twee oudsten wel degelijk doorhadden, dat er iets heel ergs was gebeurd.
Het is onvoorstelbaar, hoe diep de schok was, die door ons allemaal ging. In de winkels was iedereen heel stil. Er was een groot verlangen om “iets” te doen om de slachtoffers te helpen, dus waren er lange rijen bij het Rode Kruis om bloed te geven. En voedsel, kleren en andere benodigdheden werden ingezameld voor New York en de reddings werkers in Washington.
Verder was er een enorm nationaal gevoel en iedereen hing vlaggen uit, vlaggen waren overal uitverkocht. Ik weet, dat dit in andere culturen raar gevonden wordt, maar het moet vanuit deze cultuur gezien worden: een jonge samenleving van multinationale afkomst met enorme diversiteit tussen de staten.
De speculatie over de volgende aanval in de media was en blijft mentaal moeilijk. Ik herinner me vlak na de aanval, dat ik naar mijn slapende kinderen keek en doodsbang was, dat ik ze ooit aan pokken of een andere rotziekte zou verliezen. Allerlei scenarios voor biologische, chemische en andere terreuraanvallen werden uitgebreid uitgemeten op iedere nieuwsuitzending of in de krant. Uiteindelijk keken of lazen we niet meer en werden alleen maar boos over al die ideeen, die naar ons gevoel de would be terroristen werden aangereikt op een zilveren bord.
Voor zeker twee weken voelde ik me compleet uit het veld geslagen. Ik vroeg me af of het leven ooit weer gewoon zou worden, of we weer zouden genieten. Of we nog zouden kunnen reizen en ooit Nederland nog zouden zien. Of we niet toch maar liever naar de bergen van West Virginia zouden verhuizen en daar veilig zouden zijn. Ik had een enorme behoefte aan een gevoel van veiligheid, dat er gewoon niet kon zijn.
Ik kon nauwelijks eten of slapen en toen Rick weer voor het eerst moest reizen, naar de westkust nog wel, was ik echt in paniek.
Toen waren er twee gebeurtenissen, die me uit die depressie kregen. De eerste was een heel erg onweer met een tornado ongeveer 2 weken na 11 september. Twee meisjes van begin twintig werden met hun auto opgepakt door de tornado en waren meteen dood. Ik realiseerde me, dat die meisjes waarschijnlijk net zo bang waren voor een volgende terreuraanval, als ik en iets heel anders eindigde hun leven. Ik nam me meteen voor om van dag op dag te leven en te genieten van wat we hebben. Deze instelling heb ik de laatste 2 jaar volgehouden.
De tweede was, dat ik de bijbel inzag bij een vriendin. Ik ben helemaal niet religieus, maar ik opende hem precies op de passage die zei: “Wie van jullie heeft een uur meer geleefd door zich zorgen te maken?” Dat spak mij enorm aan. Natuurlijk gaan we allemaal ooit dood en het kan op allerlei manieren gebeuren, het heeft weinig zin om bij al die mogelijkheden stil te staan.
Langzaam maar zeker werd het leven weer “normaal”. Toch gaat er iedere keer als het terreur alert van geel naar oranje gaat, weer een schok door me heen. Toen er een aantal maanden geleden werd geadviseerd om plakband en plastic in te slaan, deed ik dat ook toch maar, gewoon voor de gemoedsrust. We hebben een noodrantsoen voor geval dat. Dit is sowieso een goed idee, want een natuurramp kan hier ook gebeuren, zoals die tornado en dan heb je dat ook nodig.
Vorig jaar werd ons gebied weer opgeschrikt in begin oktober door de sluipschutter. Voor velen zal het ietwat belachelijk hebben geleken, dat mensen van en naar hun auto renden, want logischerwijs was je risico zijn volgende slachtoffer te worden natuurlijk heel klein.
Maar het is niet te beschrijven wat voor psychische reacties 11 september heeft losgemaakt. Er is altijd een spanningsgevoel in de achtergrond.
Vandaag is het dus 2 jaar geleden. Er worden natuurlijk herdenkingen gehouden op de plaatsen van de ramp. Maar over het algemeen merk ik, dat mensen samen komen om dingen met hun vrienden of familie te doen. Ik ook, ik schrijf dit in gezelschap van 3 vriendinnen.
Toen ik hierheen reed en luisterde naar het nieuws, merkte ik toch weer dat de tranen hoog zaten, dus ik heb het gauw uitgezet.
Wat ik heb geleerd is niet te oordelen over hoe mensen reageren. Ik had van mezelf nooit verwacht, dat zoiets zo’n diepe en alles overspoelende invloed op mijn gemoed zou hebben.
Ik hoorde pas op de radio, dat meer dan 30% van de New Yorkers zegt, dat hun leven nog steeds niet normaal is en dat ze nog mentale hulp nodig hebben. En ik geloof het.
Ik had er behoefte aan mijn gedachten hierover hier neer te schrijven vandaag. Hoewel de vage angst voor de volgende aanval altijd in mijn achterhoofd zit, is het positieve wat voor mij uit al die narigheid is gekomen, dat ik veel bewuster leef. Ik geniet van van alles wat ik voorheen als vanzelfsprekend aanvaardde. Leef iedere dag alsof het je laatste is. Ik zie dat ook in anderen om me heen.
In juni 2002 zijn we naar New York geweest en hebben Ground Zero gezien. Nederlanders hadden geschreven, dat het niet veel voorstelde enkel een bouwplaats. Wij waren er echter zeer door geemotioneerd. Ik denk, dat de impact veel groter was als je in Washington en New York was op 11 september 2001, dan waar ook elders. En ik kan me helemaal voorstellen, dat het het saamhorigheidsgevoel in New York versterkt heeft, want dat merk ik hier in Washington ook. Iedereen is vandaag een beetje somber en denkt aan de mensen, die 2 jaar geleden hun geliefden zijn verloren, want vrijwel iedereen kent tenminste een zo'n familie.
Ons weer:
donderdag, september 11, 2003
Elf september, hoe wij het ervoeren
Gepost door Petra op 14:07
Labels: persoonlijke geschiedenis
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
0 reacties:
Een reactie posten